Wet Damocles, handig jurisprudentieoverzicht

Op grond van artikel 13b van de Opiumwet (ook wel Wet Damocles genoemd)  kan de burgemeester panden sluiten indien daar in- of vanuit drugshandel plaatsvindt. Elk jaar worden er in Nederland op grond van dit artikel honderden (bedrijfs) panden, loodsen en woningen gesloten. Als het gaat om de handel in harddrugs, kent de rechter meestal geen genade. Maar ook bij de teelt en handel in softdrugs oordeelt de rechter meestal dat het pand gesloten moet worden. Zelfs indien er in woningen drugshandel plaatsvindt, laat de rechter- zeker bij een herhaalde constatering van drugshandel – de openbare orde en veiligheid bijna altijd zwaarder wegen dan het recht van een bewoner op zijn privéleven en woongenot (artikel 8 EvRM).

De eigenaar van een pand waarin de huurder (bijvoorbeeld)  een hennepkwekerij exploiteert, vindt de toepassing van de Wet Damocles vaak onrechtvaardig omdat hij immers geen “schuld” heeft aan de drugshandel van zijn huurder. Als het bovendien om een woning gaat kan hij ook niet zo maar naar binnen om zijn huurder te controleren. In bijna alle gevallen legt de rechter dat verweer echter naast zich neer. De Wet Damocles is een pandgerichte maatregel waarbij verwijtbaarheid van de eigenaar nauwelijks een rol speelt. Het doel van de wet is om door sluiting van een pand drugshandel fysiek onmogelijk te maken en op die manier “de loop uit het pand te halen”.

Deze strijd tegen ‘ondermijning’ krijgt steeds meer aandacht in de pers en in de wetenschappelijke literatuur. Ook rechters worden steeds meer geconfronteerd met sluitingen van woningen, loodsen, horeca-inrichtingen en coffeeshops.

In een overzichtsartikel publiceert prof. M. Vols van de RUG een selectie van jurisprudentie tussen oktober 2015 en maart 2016. Eén ding wordt snel duidelijk: in nagenoeg alle zaken wint de burgemeester.